Éditorial Magazine #33 Octobre - Décembre 2022

COVID-19 heeft een destructieve impact op het psychische welzijn van zorgprofessionalst

Kris Vanhaecht, Deborah Seys et al.
Illustration Fusion Medical Animation | Unsplash.com
Welzijn
Resultaten van online-enquête

COVID-19 heeft een destructieve impact op het psychische welzijn van zorgprofessionalst

Kris Vanhaecht
Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid KU Leuven
Deborah Seys
Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid KU Leuven
Stephan Claes
Departement Psychiatrie voor Volwassenen KU Leuven
Kris Van den Broeck
Departement Eerstelijnszorg Universiteit Antwerpen
Margot Cloet, Gorik Kaesemans
Zorgnet Icuro Brussel
Olivia Cools
KARUS vzw Melle
Koen Lowet
Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP) Brussel
Andy De Witte
Doctors4Doctors GZA Antwerpen
Johan Hellings
Faculteit Geneeskunde en Levenswetenschappen Universiteit Hasselt
Share

Dit artikel is gebaseerd op de eerder gepubliceerde resultaten van De Zorgsamen[1] en de persmededelingen die beschikbaar zijn op De Zorgsamen.

Om de impact van de COVID19-pandemie op de geestelijke gezondheid van zorgprofessionals in Vlaanderen in kaart te brengen en zo de gepaste ondersteuning te kunnen bieden, werd eerst een online-enquête gelanceerd. Wat waren de meest voorkomende problemen? Welke ondersteuningsmaatregelen waren het effectiefst? In een secundaire analyse onderzochten de auteurs of er een verschil kon worden vastgesteld naar leeftijd, geslacht, beroep of zorgsector.

Zorgprofessionals worden geprezen als helden voor hun toewijding en inzet bij het verlenen van patiëntenzorg tijdens de COVID-19-pandemie. Maar dit heeft tevens een keerzijde. Zorgprofessionals werden langdurig blootgesteld aan ernstig zieke patiënten, ervoeren de dreiging van tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen en de druk om snel resultaten te boeken in hun klinisch werk. Die individuele en teamgerelateerde stressoren hebben zowel een impact op de organisatie van het werk als op hun privéleven. Wanneer teamleiders en managers niet op een effectieve manier reageren, kan dat resulteren in slecht teamwerk, dat op zijn beurt een negatieve impact kan hebben op de zorgkwaliteit en de patiëntveiligheid.[2]

Dit alles liet de Belgische beleidsmakers niet onberoerd. Om de regering te ondersteunen bij het lanceren van een empirisch onderbouwd plan voor weerbaarheid, heeft een consortium met meerdere belanghebbenden, waaronder zorgverenigingen, wetenschappelijke organisaties en universiteiten, een online-enquête gelanceerd om de geestelijke gezondheid en het bredere welzijn van de zorgprofessionals in beeld te brengen.[3] Het doel van De ZorgSamen (www.dezorgsamen.be) is om meer inzicht te krijgen in het effect van de COVID-19- pandemie op symptomen van negatieve en positieve geestelijke gezondheid, evenals in het gebruik van verschillende ondersteuningsbronnen door de beroepsbevolking. In een secundaire analyse onderzochten we of het verband tussen COVID-19 en geestelijke gezondheid verschilde naar leeftijdsgroep, geslacht, beroep en zorgsector.

Vragen van de enquête

Tijdens de eerste coronagolf werden zorgprofessionals uitgenodigd om deel te nemen aan een online-enquête, die werd gelanceerd in twee metingen tussen 2 april 2020 en 4 mei 2020. De enquête werd via sociale-mediaplatforms (Twitter, LinkedIn, website van DeZorgsamen.be, Facebook en Instagram) verspreid onder alle zorgprofessionals in Vlaanderen. De deelname was geheel vrijwillig, en vertrouwelijkheid en anonimiteit werden gegarandeerd. Elke deelnemer gaf schriftelijk geïnformeerde toestemming.[4]

In elk van de twee metingen werd aan deelnemers die de afgelopen week hadden gewerkt, gevraagd wat hun ervaring was met negatieve psychische symptomen (zich angstig voelen, hyperalert en verhoogd waakzaam zijn, slaaptekort hebben, onder druk staan, zich vermoeid voelen, concentratiestoornissen hebben, flashbacks hebben, zich ongelukkig en neerslachtig voelen, zichzelf niet herkennen in hoe men emotioneel reageert, een leven zonder regelmaat, zich niet voldoende kunnen ontspannen, twijfelen aan de eigen kennis en kunde, het gevoel hebben er alleen voor te staan, neiging om risicovolle aspecten in het werk te vermijden, zich onzeker voelen binnen het eigen team en willen stoppen met het uitoefenen van het beroep) en met positieve psychische symptomen (voldoende steun en begeleiding kunnen vragen, het gevoel hebben deel uit te maken van een team en het gevoel hebben dat men het verschil kan maken) 'onder normale omstandigheden' en 'gedurende de afgelopen week', hierna respectievelijk 'vóór' en 'tijdens' de COVID-19-crisis genoemd. De antwoordcategorieën werden gescoord tussen 0 (nooit) en 10 (altijd) [4] .

Ook is aan respondenten gevraagd naar hun nood aan en ervaring met een aantal specifieke ondersteuningsmechanismen tijdens die periode. Dit gaat over de partner, eigen directe collega’s, vrienden/naasten buiten de organisatie, andere zorgverleners buiten collega’s, de leidinggevende/coördinator, collega’s via sociale media, een psycholoog of professioneel opgeleide ondersteuner, de eigen huisarts, een anoniem persoon via onlinesysteem en een helpdesk psychosociale opvang. Enkele enquête-items waren gebaseerd op eerder onderzoek naar de psychologische impact op zorgprofessionals van betrokkenheid bij ongewenste voorvallen.[5]Tot slot werd ook demografische informatie verzameld.[4]

Statistische analyse

De symptomen van negatieve geestelijke gezondheid escaleerden tijdens COVID-19 in vergelijking met vóór COVID-19

Het optreden van psychische klachten (op een schaal van 0 tot 10) voor en tijdens COVID-19 werd samengevat in een vlinderkaart. Een willekeurig gekozen afkapscore van 7 werd gebruikt om symptomen te ordenen. Voor elk psychisch symptoom hebben we een cumulatief logitmodel uitgevoerd om de associatie tussen COVID-19 en het optreden van dat symptoom te schatten (met behulp van de originele 11-puntsschaal). We hielden rekening met herhaalde metingen van zorgprofessionals en namen leeftijd, geslacht, beroep en zorgsector mee als controlevariabelen.

Effectmodificatie werd beoordeeld door de interactietermen tussen demografische variabelen (leeftijdsgroep [<30 jaar, 30-49 jaar, 50 jaar of ouder], geslacht, beroep en zorgsector) en COVID-19 op te nemen, waarbij voor elk symptoom een apart model werd gebruikt. In totaal werden 4503 respondenten opgenomen in deze analyse, omdat onbekend geslacht (n=6) werd uitgesloten. Schattingen vertegenwoordigen odds ratio's met 95% betrouwbaarheidsintervallen. Vervolgens hebben we beschreven in welke mate zorgprofessionals afhankelijk waren van ondersteuningsbronnen en hoe zij deze hebben ervaren.[4]

Significant verband voor alle 19 symptomen

Onder de 4509 respondenten van de enquête waren paramedici (40,6%), verpleegkundigen (33,4%), artsen (13,4%) en leidinggevend personeel (12,2%), waarbij ongeveer drie op de vier werkzaam waren in een residentiële setting, waaronder ziekenhuizen (29,6%), eerstelijnszorg (25,7%), woonzorgcentra (21,3%), voorzieningen voor personen met een handicap (12,7%) en geestelijk gezondheidszorg (9,1%). In totaal waren er 85,6% vrouwen en de gemiddelde leeftijd was 42 jaar.[4]

De symptomen van negatieve geestelijke gezondheid escaleerden tijdens COVID-19 in vergelijking met vóór COVID-19. Het percentage respondenten met een score van zeven of meer voor bijvoorbeeld 'gestrest voelen' bedroeg 57,5% tijdens COVID-19 en 25,1% onder normale omstandigheden, terwijl de overeenkomstige percentages voor 'twijfelen aan kennis en vaardigheden' respectievelijk 23,4% en 10,0% bedroegen. Op basis van het cumulatieve logitmodel werd er een significant verband waargenomen tussen COVID-19 en geestelijke gezondheid voor alle 19 symptomen. Resultaten voor negatieve symptomen toonden een kans van twaalf keer om te worden gecategoriseerd in een hoger niveau van optreden van het symptoom tijdens COVID-19 versus vóór COVID-19

De symptomen van negatieve geestelijke gezondheid escaleerden tijdens COVID-19 in vergelijking met vóór COVID-19. Het percentage respondenten met een score van zeven of meer voor bijvoorbeeld 'gestrest voelen' bedroeg 57,5% tijdens COVID-19 en 25,1% onder normale omstandigheden, terwijl de overeenkomstige percentages voor 'twijfelen aan kennis en vaardigheden' respectievelijk 23,4% en 10,0% bedroegen. Op basis van het cumulatieve logitmodel werd er een significant verband waargenomen tussen COVID-19 en geestelijke gezondheid voor alle 19 symptomen. Resultaten voor negatieve symptomen toonden een kans van twaalf keer om te worden gecategoriseerd in een hoger niveau van optreden van het symptoom tijdens COVID-19 versus vóór COVID-19.

Voor de positieve professionele symptomen waren de odds ratio's significant kleiner dan één, wat aangeeft dat ze volgens de respondenten minder vaak voorkomen tijdens COVID-19 dan vóór COVID-19. Zo was het percentage respondenten dat het item 'deel van een team voelen' tijdens COVID-19 een zeven of hoger gaf 63,4%, vergeleken met 66,6% vóór COVID-19. Voor veel symptomen zagen we significante effectmodificatie per leeftijdsgroep (10 van de 19 symptomen), geslacht (14 symptomen), beroep (18 symptomen) en zorgsector (17 symptomen). Associaties van COVID-19 met negatieve psychische symptomen waren significant in alle leeftijdsgroepen, geslachten, beroepen (behalve in de kleine 'overige' groep) en zorgsectoren, terwijl associaties met positieve symptomen alleen in sommige groepen significant waren.

n. Odds ratio's voor negatieve symptomen waren meestal het hoogst voor de leeftijdsgroep 30-49 jaar, vrouwen, verpleegkundigen (gevolgd door leidinggevend personeel) en woonzorgcentra (gevolgd door ziekenhuizen). De sector gehandicaptenzorg scoort lager dan de andere sectoren. Interessant is dat odds ratio's significant hoger dan één werden waargenomen voor het symptoom 'gevoel hebben om deel uit te maken van een team' bij artsen en voor het symptoom 'gevoel hebben dat ik verschil kan maken' bij leidinggevend personeel, terwijl odds ratio's voor positieve psychische symptomen vaak lager waren dan één.

Resultaten voor ondersteuning

Voor de ondersteuningsmechanismen rapporteerden de respondenten dat de meeste positieve gesprekken plaatsvonden met hun partner, eigen collega's en vrienden. Opmerkelijk is dat bijna een op de tien aangeeft een negatief gesprek met de partner te hebben gehad. Ook hebben respondenten positieve gesprekken met andere zorgprofessionals (50%) en collega's via sociale media (37%). Helemaal onderaan de bronnen van ondersteuning staan onlinebronnen. Daarnaast verklaarde ook een zeer klein percentage van de respondenten aan een positief gesprek met een psycholoog of huisarts te hebben gehad. Terwijl ongeveer vier op de vijf aangaf geen behoefte te hebben aan een dergelijk gesprek, gaf een aanzienlijk deel aan dat ze dat wel nodig hadden, maar niet hadden gedaan.[4]

Balans werk-privéleven

De tol van de crisis heeft zwaar gewogen op de zorgprofessionals [4]. Tijdens COVID-19 kwamen alle gemeten negatieve symptomen vaker voor, zoals hypervigilantie, angst, vermoeidheid, slaapproblemen, ongelukkig en neerslachtig zijn (negatieve persoonlijke symptomen) en twijfelende kennis en vaardigheden, zich alleen voelen en risico's vermijden (negatieve beroepssymptomen). Het gevonden verband tussen COVID-19 en geestelijke gezondheid was over het algemeen het sterkst bij de leeftijdsgroep 30-49 jaar, vrouwen, verpleegkundigen en woonzorgcentra.

Een mogelijke reden voor die impact kan liggen in de specifieke eisen die gesteld worden aan de balans tussen werk en privéleven in die groep – de leeftijdsgroep waarin de privésituatie van zorgprofessionals verandert door gezinsuitbreiding of de aanwezigheid van jongere kinderen. Dit gaat hand in hand met extra verantwoordelijkheden voor kinderen en familie, wat nog benadrukt wordt in tijden waarin de betrokkene dagelijks het risico loopt contact te hebben met ernstig zieke patiënten over wier pathologie nog veel onbekend is. Zoiets kan leiden tot een hogere werkdruk en de behoefte aan meer multitasking, in veel gevallen vooral de rol van de moeder. Dit multitasken kan dan weer leiden tot extra stress, wat een bijkomende impact kan hebben op het psychische welzijn.

Uit andere onderzoeken weten we dat de impact op het geestelijke welzijn groter is bij de vrouwelijke bevolking.[6] Meer dan 7 van de 10 deelnemers meldden dat ze hadden gesproken met hun partner, eigen/naaste collega's en/of vrienden/familieleden buiten de organisatie en vonden dit een positieve ervaring. 18% meldde echter de behoefte aan meer professionele begeleiding van een psycholoog en 27% meldde meer behoefte aan backing van hun leidinggevenden. Ondersteuning van collega's wordt gezien als zeer belangrijk in stressvolle en emotioneel veeleisende situaties.[7]

Voor de ondersteuningsmechanismen rapporteerden de respondenten dat de meeste positieve gesprekken plaatsvonden met hun partner, eigen collega's en vrienden

Acute stress

Met COVID-19 rapporteerden onze respondenten een toename van symptomen die verband kunnen houden met acute stress. Voorafgaand onderzoek suggereert dat de prevalentie en duur van dergelijke symptomen maanden kan aanhouden.[5] In een pandemie die aanvoelt als een marathon zonder duidelijke finishlijn, kunnen de symptomen van overmatige werkdruk verergeren. Dit is een ernstige bedreiging voor de continuïteit en kwaliteit van de zorg, aangezien die symptomen samenhangen met een hogere verloopintentie en een slechte zorgkwaliteit.[8]

Bijkomende zorgen zijn de grote hoeveelheden zorgactiviteiten die vanwege COVID-19 onderbroken of uitgesteld werden en die deels opnieuw ingepland werden. Dit zal opnieuw de vermoeidheid beïnvloeden en de veerkracht van zowel clinici als managers uitdagen. Ziekenhuis-CEO's en HR-managers moeten daarom de vinger aan de pols houden op organisatie-, team- en individueel niveau en ondersteuningsmechanismen gemakkelijk toegankelijk maken.

Professionals lopen door de aard van hun werk meer kans op een negatieve impact voor hun geestelijke gezondheid. De COVID-19-pandemie is een kans om artsen en zorgprofessionals goed te betrekken bij de herconfiguratie van het human resources-model en de noodzakelijke ondersteuning in de praktijk. Dit zal uitmonden in een positieve impact op hun veerkracht. Voor het behoud van de weerbaarheid van zorgprofessionals is een ondersteunende werkcultuur van vitaal belang.[9] Zorgprofessionals moeten duidelijke signalen krijgen van organisaties dat ze gewaardeerd en ondersteund worden in het samen beheren van de pandemie.[9] Ze vertrouwen niet alleen op de ondersteuningsmechanismen die hun naaste familieleden en leeftijdsgenoten bieden.

Psychologische ondersteuning

Een groot aantal zorgprofessionals heeft behoefte aan psychologische ondersteuning door professionals, en nog meer aan backing van hun leidinggevenden. Die ondersteuning kan op drie verschillende niveaus worden gegeven, afhankelijk van de persoonlijke behoeften van de zorgprofessional.[10-12] Het eerste niveau is gericht op basisondersteuning voor alle zorgprofessionals door het creëren van adequate werkomstandigheden, evenals op 'emotionele eerste hulp'. Dit kan betrekking hebben op het verstrekken van effectieve persoonlijke beschermingsmiddelen, het verduidelijken van werkuren, het communiceren van best practices, goede communicatie en het delen van successen.[9]

Als dit onvoldoende is, kan gerichte (van persoon tot persoon), niet-gespecialiseerde assistentie aangeboden worden. Het derde en laatste niveau is het doorverwijzen van de gezondheidswerker naar gespecialiseerde psychologische hulp. [10-12] Niet-COVID-19-gerelateerd onderzoek toonde eerder aan dat slechts een minderheid (10%) dat hoogste niveau van ondersteuning nodig heeft.[11-13] Andere bruikbare methoden kunnen het RISE-model van Wu [14] of het model van Shanafelt zijn.[15]

Een pandemie beheersen vereist snelle en adequate reactie. De ondersteuningssystemen die gebruikt kunnen worden voor zorgprofessionals die betrokken zijn bij een patiëntveiligheidsincident, ook bekend als Second Victims [12], kunnen eveneens worden gebruikt om hen te ondersteunen bij de impact van de COVID19-pandemie. Organisaties moeten deze pandemie aangrijpen om gerichte strategieën te ontwikkelen en zo de belangrijkste stressfactoren voor het psychisch welzijn van zorgprofessionals te verminderen, ook onder normale omstandigheden.

Besluit

Ons onderzoek toont de aanzienlijke impact van de COVID-19-crisis op de geestelijke gezondheid van onze zorgprofessionals. We weten dat alleen gezonde en veerkrachtige zorgprofessionals voor patiënten en hun naasten kunnen zorgen.[4] Ze verdienen al onze ondersteuning.

We bedanken alle zorgprofessionals die hebben deelgenomen aan dit onderzoek, alsook alle betrokken organisaties voor hun voortdurende steun. We zijn alle zorgprofessionals, front-office en back-office, erkentelijk voor hun extreem harde werk tijdens deze pandemie.

[1] Power to care.
Available from: http://www.dezorgsamen.be.
[2] Tannenbaum SI, Traylor AM, Thomas EJ, Salas E. Managing teamwork in the face of pandemic: evidence-based tips. BMJ Quality & Safety. 2020:bmjqs-2020-011447.
[3] De Zorgsamen. Available from: https://www.dezorgsamen.be/ power-to-care/.
[4] Vanhaecht K, Seys D, Bruyneel L, Cox B, Kaesemans G, Cloet M, et al. COVID-19 is Having A Destructive Impact On Healthcare Workers' Mental Wellbeing. International journal for quality in health care : journal of the International Society for Quality in Health Care / ISQua. 2020.
[5] Vanhaecht K, Seys D, Schouten L, Bruyneel L, Coeckelberghs E, Panella M, et al. Duration of second victim symptoms in the aftermath of a patient safety incident and association with the level of patient harm: a cross-sectional study in the Netherlands. BMJ open. 2019;9(7):e029923-e.
[6]Van Gerven E, Bruyneel L, Panella M, Euwema M, Sermeus W, Vanhaecht K. Psychological impact and recovery after involvement in a patient safety incident: A repeated measures analysis. BMJ Open. 2016;6(8).
[7] Babore A, Lombardi L, Viceconti ML, Pignataro S, Marino V, Crudele M, et al. Psychological effects of the COVID-2019 pandemic: Perceived stress and coping strategies among healthcare professionals. Psychiatry Res. 2020;293:113366.
[8]Thomas C, Quilter-Pinner H. Care fit for carer: ensuring the safety and welfare of NHS and social care workers during and after COVID-19. Institute for Public Policy Research. 2020.
[9] Dewey C, Hingle S, Goelz E, Linzer M. Supporting Clinicians During the COVID-19 Pandemic. Ann Intern Med. 2020;172(11):752-3.
[10] Fukuti P, Uchôa CLM, Mazzoco MF, Corchs F, Kamitsuji CS, Rossi L, et al. How Institutions Can Protect the Mental Health and Psychosocial Well-Being of Their Healthcare Workers in the Current COVID-19 Pandemic. Clinics (Sao Paulo). 2020;75:e1963.
[11] Scott SD. Three-tiered Emotional Support System generates positive feedback from providers who become "Second Victims" of an unanticipated clinical event. AHRQ Health care innovations exchange. 2010.
[12] Seys D, Scott S, Wu A, Van Gerven E, Vleugels A, Euwema M, et al. Supporting involved health care professionals (second victims) following an adverse health event: a literature review. Int J Nurs Stud. 2013;50(5):678-87.
[13] Spoorthy MS, Pratapa SK, Mahant S. Mental health problems faced by healthcare workers due to the COVID-19 pandemic-A review. Asian J Psychiatr. 2020;51:102119.
[14] Wu AW, Connors C, Everly Jr GS. COVID-19: Peer Support and Crisis Communication Strategies to Promote Institutional Resilience. Annals of Internal Medicine. 2020.
[15] Shanafelt T, Ripp J, Trockel M. Understanding and Addressing Sources of Anxiety Among Health Care Professionals During the COVID-19 Pandemic. JAMA. 2020.

Share

    En vous inscrivant à la newsletter vous acceptez de recevoir des informations de Hospitals.be